Rijstekorrelsteek

brei over een aantal steken dat een veelvoud is van 2+1+1 kantsteek aan weerszijden

1e naald: (goede kant van het werk) 1 kantsteek, *1 recht, 1 averecht *, van * tot * herhalen en eindigen met 1 recht en 1 kantsteek
2e naald: zoals de 1e naald
steeds deze 2 naalden herhalen. Men breid dus in iedere naald de steken andersom, De averechte steek wordt recht gebreid en de rechte steek wordt averecht gebreid.